Nieuwe Bijbelvertaling 2004
NBV
9Met het oog op sommigen die zichzelf rechtvaardig
vinden en anderen minachten, vertelde hij de volgende gelijkenis.
10"Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden,
de een was een Farizeeër en de ander een tollenaar.
11De Farizeeër stond daar rechtop en bad bij
zichzelf: 'God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig
of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar.
12Ik vast tweemaal per week en draag een tiende van
al mijn inkomsten af'.
13De tollenaar echter bleef op een afstand staan
en durfde niet eens zijn blik naar de hemel te richten. In plaats daarvan sloeg
hij zich op de borst en zei: 'God, wees mij zondaar genadig'.
14Ik zeg jullie, hij ging naar huis als iemand die
rechtvaardig is in de ogen van God, maar die ander niet. Want wie zichzelf verhoogt
zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden".
naar boven